# 3 : Voorbereiden

Gepubliceerd op 1 juli 2022 om 23:07

Als je mij al iets langer kent, dan weet je dat ik de MinnieMaud-methode gebruikt heb om los te komen uit het vaste stramien van de eetstoornis. Na zeven maanden in de kliniek (mijn laatste van 10 klinische opnames), besefte ik opeens hoe monotoon mijn leven eigenlijk was. Ik voelde me angstig, met argusogen bekeken door groepsleden en hulpverleners. En dat op een plek waar je je veilig zou moeten voelen en zowel zorg als aandacht krijgt. Toch ervoer ik dat gevoel de laatste maanden niet meer. Ook mijn eetschema was niet toereikend, ik bleef maar trek houden en durfde hier niet over te praten. Vanuit mijzelf initiatief nemen was een stap te ver. Ik was bang voor de reactie van groepsgenoten en mijn uiterlijk dat zou veranderen als ik aan zou komen. In gewicht bleef ik op dat moment stabiel, maar voelde me alles behalve tevreden. De neerslachtigheid werd steeds sterker, tot het boven de eetstoornis uitstak. Mede door video’s op Youtube van anderen die tegen hun eetstoornis vochten, werd ik gemotiveerd om mijn lichaam te geven waar het om vroeg. Ik was bereid om de stap te wagen en meer vrijheid te creëren. Ik wilde niet meer met honger naar bed, muizenhapjes nemen en ontzettend lang over mijn maaltijden doen om maar te hopen dat ik dan wat meer verzadiging zou hebben. Ik wilde me niet telkens moeten blijven verantwoorden tegenover anderen met een eetstoornis om te laten zien dat ik ‘normaal’ deed. Ik wilde de kliniek uit, maar dan moest ik thuis wel écht wat anders gaan doen.

Eerder had ik al eens een blog gelezen van iemand met positieve ervaringen omtrent de MinnieMaud-methode. Net als de Youtube-video’s gaf informatie hierover mij steeds meer motivatie.

Ik wilde het extreem lage gewicht onder ‘controle’ houden. Tenminste, zolang ik intern opgenomen was. Ondanks mijn psychische wil voelde ik hoe mijn lijf schreeuwde om eten. De angst voor wat er met mijn gewicht zou gaan gebeuren als ik van een schema met 1500 kcal ineens 3000 kcal per dag zou gaan eten, nam toe, maar anderzijds keek ik er ook naar uit. Zou ik dan mijn honger kunnen stillen en zou dat kwellende, knagende gevoel vanbinnen eindelijk verdwijnen? Ik wilde het een kans geven. Maar, niet te midden van mijn lotgenoten. Om me heen zag ik ontzettend veel trucjes, eten waar mee werd gerommeld en porties die werden geweigerd. Ik wilde niet in mijn uppie strijden omringd door anderen die het gevecht tegen hun eigen eetstoornis niet aangingen. Daar ontstond bij mij de intentie om een goed plan op te stellen. Ik ben iemand die houd van orde en structuur, lijstjes, schriftjes en taken afstrepen. Als volgt ging ik te werk: 

 

  • Ik wilde MinnieMaud gaan volgen, daar was ik zeker van. Maar, hoe zou dit er in werkelijkheid uit komen te zien? De eerste stap die ik nam, was om me in te beelden in wat voor situatie ik terecht zou komen en aan welke dagelijkse zaken ik nog invulling moest geven. Als ik terug thuis zou gaan wonen, zouden mijn ouders en broertje ook in mijn eetstoornispatroon verweven worden. Deze last wilde ik ze ontnemen. Daarom besloot ik om op de zolder van de garage een plek te creëren waar ik zelf zou eten. Mijn ouders zouden niets hoeven zeggen of doen. IK moest de regie nemen en was zelf verantwoordelijk. Op deze manier zou ik ook die ellenlange discussies vermijden en kon onze relatie zich herstellen. 
  • Als volgende stap moest ik voor mezelf helder zien te krijgen hoe ik het met eten aan zou pakken en hoe ik het in godsnaam voor elkaar ging krijgen om van een voedingsschema van 1500 kcal 3000 kcal te gaan eten. Gelukkig kon ik binnen mijn klinische opname nog enkele afspraken maken met een diëtiste. Zij was de eerste en enige die van dit plan af wist en bereid was om met me mee te denken. Het eerste wat ze me aanraadde was om te kijken hoe ik tot 3000 kcal wilde opbouwen. In één dag 1500 kcal extra eten is natuurlijk goed mogelijk, maar ik was al zo lang gewend aan de hoeveelheid die ik nu at dat het beter was om het op te bouwen. Dit mocht niet te lang duren, want van uitstel….komt vaak afstel. In de tussentijd zou de eetstoornis zijn kans weer kunnen grijpen en ik was niet van plan dit te laten gebeuren. Ik besloot om in drie weken op te bouwen; elke week 500 kcal bovenop mijn huidige eetpatroon. Voor de eerste drie weken maakte ik duidelijke schema’s waarop stond hoeveel kcal ik moest eten. Ik was gewend aan 5 à 6 eetmomenten en verdeelde het aantal kcal hierover. Op die manier creëerde ik inzicht en structuur. .
  • Meteen na het opstellen van het eetschema voelde ik een enorme angst opkomen. Zal ik straks ontzettend veel en snel aankomen? En zou de eetstoornis tijdens de opbouw van mijn voeding  al op de rem trappen, waardoor alles mislukt? Ik moest dit zien te voorkomen, niet opgeven en het plan laten slagen. Na negen jaar klinische opnames en een bijna-doodervaring, had ik zowat elke therapievorm gevolgd. MinnieMaud bleef als enige over en was mijn laatste redding. ‘Geef het een kans’. Ik sprak met mezelf en de diëtiste af dat, zodra ik thuis MinnieMaud zou gaan starten, ik de eerste 5 weken niet wilde wegen. Het tussentijds zien van een snelle gewichtsstijging zou voor veel angst kunnen zorgen en mij laten afremmen in dit proces. Ik stelde 5 weken; de eerste 3 om mijn kcal op te hogen tot 3000 en dan nog 2 weken om dit uiteindelijke eetpatroon vast te houden en eraan te wennen. Daarbij kwam ook het voordeel dat ik het gewicht dat ik aankwam over vijf weken kon verdelen (mentaal gezien).
  • Natuurlijk moest ik ook duidelijk voor ogen hebben WAT ik dan precies zou gaan eten en hoe ik mijn eetmomenten in ging delen. Omdat ik veel meer kcal binnen moest krijgen dan dat ik gewend was, zou het het beste zijn om vóór mijn ontslag uit de kliniek bij mijn ouders thuis al voeding op voorraad te hebben die meer kcal en/of goede bouwstenen bevatten; noten, pindakaas, kokos, noten- en graanrepen, etc.. Als ik met verlof ging in het weekend kon ik thuis alvast boodschappen doen en een voorraadje aanleggen. Uiteindelijk moest ik mijn moeder wel vertellen over het plan om de MinnieMaud-methode te willen volgen. Ze had er niet veel vertrouwen in, maar ging tóch met me naar de supermarkt. Op de ‘speelzolder’, zoals we deze ruimte noemen, kon ik in een kastje al het eten wat ik had gekocht bewaren. Bij de vakantiespullen had ik ook een klaptafel gevonden die ik mooi als eettafel kon gebruiken. De bureaustoel van mijn slaapkamer verplaatste ik naar deze ruimte, ik vond nog een zelfgemaakte placement en mijn ‘eetkamertje’ was zo goed als af. Voor de eetmomenten is het het beste dat je een plek hebt waar je je prettig voelt. Als je bijvoorbeeld aan een nét te kleine tafel eet, je vlak naast het raam zit met inkijk of je hebt veel prikkels om je heen, voelt dat niet helemaal comfortabel. Kortom, je zit niet op je gemak en dat triggert vaak de eetstoornis. Een prettige omgeving is een factor om gedragsverandering aannemelijk te maken en stimulans te behouden. 
  • Wil je een visuele uitleg over hoe ik MinnieMaud ben gestart en wat mij daarbij geholpen heeft? Kijk dan deze video eens die ik tijdens die periode opnam : https://www.youtube.com/watch?v=XXEwsVXfqc4&t=24s

 

 

Op deze manier is het mij uiteindelijk gelukt een waterdicht plan te creëren voordat ik met ontslag zou gaan. Het moeilijke is dat wanneer je in je hoofd een plan hebt, maar dit nog niet concreet hebt uitgewerkt, je soms té graag wilt en overhaaste beslissingen maakt. Wees hier alert op en rem jezelf af in je acties waar nodig. ‘Hoe ga ik … aanpakken?’, is de centrale vraag.  Belangrijk voor het behalen van je doel is dus dat je gaat visualiseren hoe je er wilt komen. Het is jouw bestemming, jij bepaalt het pad er naartoe. Hoe je dit vorm wilt geven en tegen welke obstakels je aan kunt lopen zie je het beste voor je als je het je inbeeldt.Vervolgens denk je na over de invulling van je eet-, beweeg- en weegpatroon.

 

Besef ook dat je dit veranderingsproces niet alleen hoeft te doorstaan. Hulp vragen en aannemen is juist heel belangrijk. Daarbij kan een andere visie soms net verheldering brengen of aansporen tot nadenken. Zelf vind ik het prettig om naast mijn visie ook aan anderen te vragen hoe zij naar de situatie kijken. Aan de hand daarvan kun je dan beide perspectieven met elkaar vergelijken en/of combineren. Uiteindelijk kom je dan tot het totaalplaatje. 

Door de stappen stuk voor stuk kritisch te benaderen, werk je je plan goed uit. Maar zoals het op papier staat, zal het echter niet altijd gaan. Dat geeft niet, zolang je die leidraad voor de ‘normale’ dagstructuur maar bij de hand hebt en hier houvast in kunt zoeken op moeilijke momenten. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.