Als ik in de spiegel kijk, betrap ik mezelf er telkens weer op dat ik afkeur wat ik zie. Het komt niet meer overeen met het beeld dat ik van mezelf heb. Een beeld dat ik hang aan een meisje van een aantal jaren geleden. Ongezond, te mager, vastzittend in Anorexia. Ik weet dat het niet realistisch is om dit na te streven, ziekmakend en dat het me heel ongelukkig zou maken.
Waarom ik mezelf nog steeds meet aan dit beeld is iets waar ik de vinger niet op kan leggen. Ik weet dat het niet het lichaam is dat me bracht wat ik wilde, ik was continu ontevreden, vond mezelf te dik en wilde graatmager blijven. De mentale strijd was groot en het is het plaatje van mezelf dat ik van toen in mijn hoofd heb geprent, dat maakt dat ik mezelf nu dik vind in de spiegel, terwijl ik weet dat ik dat niet ben. Tenminste, dat hoop ik dan toch, want de gedachte maakt me nog altijd heel onzeker.
Het gebeurt automatisch en misschien is het ook deze vergelijking die ik naarmate de tijd vordert, zal verliezen. Misschien moet ik gewoon blijven volhouden en me op dat moment focussen op iets anders dan op mijn lichaam om te leren accepteren dat ik niet meer dat meisje ben van toen. Zoals toen, zo wil ik niet meer worden, niet meer zijn en het idee te veranderen is spannend, maar ergens goed. Dan kijk ik naar mijn spiegelbeeld, besef dat de sombere aanblik toeslaat en zeg mezelf:
Nee, Romy, niet doen...
Kijk maar even naar je sokken
Nu vraag ik mezelf ook steeds vaker af waarom ik het zo moeilijk vind om dat beeld los te laten en te omarmen dat het acht jaar geleden is. Ik was jonger, balanceerde op een gevaarlijke tweesplitsing tussen leven en overleven. Ouder worden en volwassen zijn betekent niet dat enkel de jaren verstrijken en het getal van je leeftijd verandert, ook jij verandert en dat is iets wat ik moet gaan leren. Leven met mezelf, leven met verandering en dat het goed is om er anders uit te zien dan jaren geleden.

Onzekerheid zal altijd een eigenschap zijn die blijft. Ik weet dat iedereen hier op de een of andere manier mee worstelt, maar ik heb het idee dat als je op je uiterlijk negatief wordt beoordeeld, bent gepest of op een andere manier echt alert gemaakt bent op hoe je eruit ziet en dat dat niet gerespecteerd of gewaardeerd wordt, je daar altijd nog een beetje extra de nadruk op legt. Tenminste, dat is wat ik vaker hoor bij mensen die net als ik zeer negatief beoordeeld zijn en ook fysiek aangevallen op hun uiterlijk. Als ik kijk naar voornamelijk vrouwen, die heel slank waren als kind, op een gemiddelde leeftijd ongesteld werden, een groeispurt kregen en niet de aanleg hadden om wat zwaarder te zijn en dus in het 'perfecte' plaatje pasten, voelen zij zich eerder zelfverzekerd, sexy en vrouwelijk. Ik heb dat heel lang niet gehad en vind dat nog ontzettend moeilijk. Het kost me veel lef om in de spiegel te kijken en tegen mezelf te zeggen dat ik er mag zijn. Het woord 'mooi' of 'knap' durf ik hier al niet eens neer te zetten, laat staan dat ik over mezelf ga zeggen dat ik 'vrouwelijk' ben, al zou ik dat wel willen zijn. Mooi zijn, knap gevonden worden of dat er iemand is die dit tegen je zegt, is iets dat niet vaak voorkomt. En als het eens gebeurt, veeg ik het meteen onder tafel, kan ik het niet geloven en zijn er tal van gedachtes die het een misplaatste grap vinden en me vertellen dat ik voor de gek gehouden wordt. De grootste oorzaak daarvoor is mijn verleden ; er is me altijd wat anders verteld, dus waarom zou ik er nu ineens wel in geloven dat ook ik er mag zijn?
Maar, ik ben veranderd, de wereld is veranderd, mijn omgeving is niet meer de plek waar ik vroeger verbleef en mijn leven is compleet het tegenovergestelde. Ik heb meer kennis, zelfvertrouwen, weet wat mijn valkuilen en krachten zijn. Het diepe dal dat ik gekend heb, is er eentje waaruit ik mezelf moest zien te redden. Tijdens de periode dat ik opgenomen zat, heb ik mijn lichaam in een razend tempo uit evenwicht gebracht. Ik kwam aan, ik viel af, ik kwam aan, ik viel af, ik dronk liters bij, kreeg watervergiftiging, belandde in het ziekenhuis, viel nog een keer terug en ging uiteindelijk bijna dood. Ik wilde in het plaatje passen, ik wilde erbij horen en nu ik hierop terugblik, zie ik dat ik nog nooit zo hectisch veranderd ben qua uiterlijk als toen. Het is pas sinds ik echt gekozen heb om weer te willen leven, dat het veranderen op een neutralere, gezondere manier heeft plaatsgevonden met meer tijd en aandacht. Ik vind het door het langere proces wel lastiger, want ik wordt ook geconfronteerd met het feit dat ik dat ideaalplaatje los aan het laten ben en op zoek ben naar een uiterlijk dat bij niemand anders hoort als bij mij. Iedereen is uniek, wordt ouder, leert zichzelf kennen en hoeft niet te streven naar iets wat je niet kunt zijn.
En toen werd ik zevenentwintig. Een leeftijd die ik eigenlijk helemaal nog niet bij mezelf vind passen. Voor mijn gevoel heb ik door de eetstoornis een aantal jaren overgeslagen of leek de tijd stil te staan. Ik heb ze verspild, mijn leven draaide niet om leven, maar om overleven en ik heb een periode van mijn jeugd gemist. Ik was nooit een echte puber, maar het uitgaansleven, proberen van alcohol en andere dingen die iedereen wel eens doet in zijn tienerjaren, heb ik niet gedaan. Ik zat in de kliniek, leerde veel over mezelf, had therapie en was niet uitbundig. Ik ben nooit zo geweest en zal dat ook niet worden. Sindsdien ben ik heel veel veranderd. Niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal. Ik voel me nu net alsof ik nog maar vijfentwintig ben, terwijl ik me geestelijk wel al ouder voel. Puur, omdat ik door de jaren heen zoveel zelfkennis heb opgedaan, mezelf heb overwonnen en meer weet over bepaalde zaken dan de meesten van mijn leeftijd.

En dan stel ik mezelf nu de vraag : "Romy, mag je veranderen?' Ik denk van wel. Het per se willen hebben van het, in jouw ogen, perfecte lichaam en leven van een ander is iets dat iedereen graag zou willen. Iemand anders heeft altijd een mooier uiterlijk, een beter leven en een eetpatroon dat je jezelf ook toe zou wensen. Echter, nu is het aan mij om me af te vragen waarom ik het me zo moeilijk zou maken om een maatstaf na te willen bootsen die ik nooit na zou kunnen streven. Ik ben en blijf altijd mezelf, mijn lichaam is en zal nooit meer worden zoals het lichaam dat ik had toen ik jong was en ook niet uit de periode dat ik een eetstoornis had. Dit moet ik ook niet willen.
Ik ben vaak nog bang om veroordeeld te worden, omdat ik nog altijd het beeld in mijn hoofd heb van mijn lichaam ten tijde van het pesten. Maar, zo ben ik niet meer en zo ga ik ook niet meer worden. Als ik deze angst bemerk, probeer ik me te realiseren dat het echt iets is dat alleen in mij zit. Ik heb andere mensen in mijn omgeving, ben ouder, wijzer, heb meer zelfkennis, weet wat mijn valkuilen, struikelblokken, maar ook mijn sterke kanten zijn. Ik ben niet altijd tevreden met hoe ik eruit zie, onzeker dat er geen enkele knappe man is die iets met me wilt afspreken en dat ik voor altijd alleen op de bank zal moeten zitten. Aan de andere kant kan ik het alleen prima vinden, waardeer ik meer en meer dat ik, net als ieder ander, uniek ben en dus ook anders oog dan wie dan ook.
Ik verander, ik mag veranderen en ik wil niet meer terug naar hoe ziek ik was, hoe mager ik eruit zag en alhoewel er soms nog gedachten zijn die dat wel graag zouden willen, is het niet wat mij geluk heeft gebracht. Ik kon niets, lichamelijk was ik op, mentaal dacht ik enkel aan eten, bewegen en kwelde mezelf elke seconde van de dag. Ik zag er mager, maar onaantrekkelijk uit, je kon mijn ribben tellen en ik had continu honger zonder eraan toe te willen geven. Ik weeg meer, eet wat ik wil, train mijn spieren en bouw aan mijn lichaam alswel aan mijn geestelijke gezondheid. Ik ben veranderd, ik zal blijven veranderen en dat is prima. Ik zal het er niet altijd mee eens zijn, maar dat is een inzicht dat weer aanleiding geeft om niet stil te blijven staan.
Kortom, zolang ik leef is het onmogelijk om hetzelfde te blijven.
Change is inevitable
Go with the flow
Reactie plaatsen
Reacties