Group Therapy

Gepubliceerd op 23 oktober 2024 om 23:16

Op het moment dat het niet enkel een vermoeden van omstanders, maar ook de uitslag was vanuit onderzoeken dat ik Anorexia had ontwikkeld, was ik me totaal nog niet bewust van het feit dat ik voor mijn eetstoornis behandeld zou worden. Laat staan wat voor vorm dit aan zou nemen. Ik belandde eerst in een jojo-traject met de kinderarts van het ziekenhuis, waar ik wekelijks na school naartoe moest om me te wegen. Ze hanteerde een bepaald gewicht als maatstaf en zodra ik onder die grens zou komen, nam ze me direct op met sondevoeding. Ik werd niet behandeld voor mijn mentale situatie en daardoor werden de angsten en dwang enkel heftiger en verzette ik me meer en meer tegen voeding, rust, doktoren en mensen die me aanpraatten dat ik maar 'gewoon' terug moest gaan eten en niet zo raar moest doen.

Niemand snapte er wat van en ik 'zweefde' regelmatig met een paar ons boven die gewichtsgrens, maar ben er ook een keer of 4 onder gezakt en dus per direct opgenomen. Ik voelde me echt walgelijk met die slang in mijn neus, maar ook machteloos en gefrustreerd, omdat ik nu totaal de controle kwijt was over wat er in mijn lijf kwam. Mensen buiten mij om konden (zolang ik die sonde in had) met me doen en laten wat ze wilden.

 

Het vertrouwen in een behandelend team werd minder en ik kon enkel op mezelf rekenen en de stem die steeds harder begon te schreeuwen en zich van me meester maakte. Mijn omgeving begreep totaal niet wat er in me omging, verklaarden me voor gek en ook mijn familie en klasgenoten keken me met een schuin oog na. Eerst was ik niet goed genoeg omwille van mijn zwaardere gewicht en nu ik zo hard mijn best had gedaan om dat gewicht eraf te krijgen, was het wéér niet goed. Ik voelde me ontzettend alleen en het getouwtrek van de kinderarts, mijn ouders en omstanders, maakten het er alleen maar erger op. Ik werd stricter, wilde meer afvallen en sloot mezelf op in mijn slaapkamer met een boek. Ik kwam enkel naar beneden om te gaan voetballen, als ik naar school moest.  Eten alsnog drinken ging ik zoveel mogelijk uit de weg. Ik was direct, streng voor mezelf en naar anderen toe. Ik zei 'nee' en wanneer er toch op werd aangedrongen, kon ik intens furieus uit de bocht schieten.

Mijn Anorexia maakte van mij een regelrechte 'bitch' (als ik het zo maar even noem) en ik heb de mensen nabij mij echt niet altijd met respect behandeld. Ik heb daar nu ontzettend spijt van, maar ik weet ook dat dit niet terug te draaien is en dat ik mezelf op dat moment verloren was.

Uiteindelijk kreeg ik na de 4e keer sondevoeding toch een doorverwijzing naar een eetstoorniskliniek, waar mijn eerste opname niet geheel vlekkeloos verliep en ik een second opinion deed met mijn ouders voor Rintveld. Verschillende behandelingen heb ik daar gehad, zowel individueel als in groepsverband en bij die laatste kwam ik er eindelijk achter dat ik niet alleen was met mijn gedachtes. Er waren meer mensen die dezelfde angsten hadden, hetzelfde gedrag vertoonden en zich onbegrepen voelden. Toch was het ook niet altijd rozengeur en manenschijn om lotgenoten om je heen te hebben...

Toen ik voor het eerst klinisch in opname ging bij Rintveld, kwam ik in een groep met andere jongeren tot een jaar of 15. Omdat het ontwikkelen van een eetstoornis steeds op vroegere leeftijd ontstaat, heb ik het ook meegemaakt dat ik groepsgenoten had die 10 of 11 jaar oud waren. Ik heb in deze groep drie verschillende lange opnames en enkele korte gehad en ik moet zeggen, nu ik op al die trajecten terugkijk, dat ik deze groep het minst motiverend vond. Dat komt misschien ook door het feit dat je, als je zo jong bent, nog heel slecht de realiteit van je eigen belevingswereld kunt onderscheiden. Alles wat je ziet, geloof je en waar je gedachten mee aan de haal gaan, zijn lastige dingen om om te buigen. In therapie gaan is op die leeftijd ook zeer moeilijk, want het accepteren van de waarheid en het opzij zetten van je eigen overtuiging gaat niet gemakkelijk. De wereld lijkt een groot zwart gat, je eetstoornis is je beste vriendin en die geloof je heilig. Ik was ook als de dood dat de behandelaren me expres wilden vetmesten en meer te eten wilden geven dan de rest van de groep, om me vervolgens los te laten, zodat ik weer gekleineerd en getreiterd kon worden omwille van het feit dat ik te dik was. 

Natuurlijk was dat geen reëel idee, maar ik zag niet in dat ik een eetstoornis en dus een probleem had ontwikkeld, zowel lichamelijk als mentaal. Mijn gedachtes waren in feite niet van mezelf, alhoewel ik de Anorexia niet als een tweede persoon, maar júíst als mijzelf beschouwde. Het voelde veilig, vertrouwd en zo keek iedereen in de groep naar zichzelf. Je bent aan elkaar verbonden doordat je bent opgenomen en in dezelfde leeftijdscategorie zit, maar aan de andere kant ben je ook heel zelfstandig, egocentrisch en doe je enkel wat voor jou het beste uitkomt.

Het is ook in dit groepsverband dat voedsel het meeste werd geweigerd, er het vaakst gedwongen sondevoeding werd gegeven, met dwang iemand op zijn stoel werd gehouden, een rechtelijke machtiging aan bod moest komen of dat mensen wegliepen van de kliniek en door de politie teruggebracht moesten worden.

 

Later, toen ik ouder was en werd toegelaten tot de volwassenengroep, besefte ik dat het behandelteam helemaal niet zo slecht was als dat ik me voorgehouden had. Ik kreeg steeds meer vertrouwen in mijn psychologe, een realistischer beeld over de wereld en de tegenhangers van mijn eigen angsten werden vanuit onderzoeken getoetst en het tegendeel bewezen. De inzichten sloegen steeds meer aan en ik leerde niet enkel meer over mezelf en mijn eetstoornis, maar ook dat mijn gedachten niet enkel van mezelf waren en dat anderen deze ook hadden. Door te praten en mezelf niet telkens op te sluiten in mijn kamertje, wat ik wel deed in de bovengenoemde groep, kreeg ik steeds meer ruimte om open te staan voor uitdagingen. Het ging met ups en downs en ik had in de meeste gevallen wel een realistisch beeld dat ik aan de ander voor kon leggen en daarmee probeerde de ander te helpen, maar als het om mezelf ging, trok ik de muur op. Ik had inzicht in wat er beter was, maar mijn angsten en het eten dat me tegenstond waren onwennig en ik walgde nog te veel van mezelf om ook werkelijk mijn Anorexia te willen loslaten. In mijn hoofd had ik genoeg 'tools' en kon ik alles vanuit een gezonder en leefbaarder perspectief bekijken, maar het uitvoeren wilde ik nog niet.

Wat ik wel prettig vond aan het in een groep met meer volwassenen verblijven, was dat ik hier juist wel iemand of meerdere mensen leerde kennen die écht streden om te herstellen en daadwerkelijk actie ondernamen. Dit waren de steunpilaren die me hielpen en waaraan ik me kon optrekken. Zelf lukte het soms om mee te gaan in hun energie en me te laten leiden door hun ervaring. Echter, thuis in mijn eentje kon ik het nog niet aan en voelde het nog te veilig om in mijn eigen coconnetje te blijven zitten en mijn eigen gedachtes en bevindingen zo dicht mogelijk bij me te houden. 

Uiteindelijk is het allemaal natuurlijk heel persoonsgebonden wat er nu wel en niet helpend is. Iedereen heeft een ander karakter, ontwikkelt bij het krijgen van een eetstoornis een eetstoornis met een unieke identiteit en zal door bepaald gedrag al dan niet 'getriggerd' worden. Sommigen gaan heel goed in groepen en groepstherapie, voor anderen zijn het te veel prikkels, is er te veel informatie of juist te veel verschillende visies, waardoor de eetstoornis nog harder gaat trekken.

Wat juist zo fijn is aan de vele manieren van behandeling, is het feit dat er voor ieder wel iets bij zou kunnen zitten wat aansluit en waar diegene baat bij heeft. De enige manier om erachter te komen wát er precies helpend is, is door de verschillende behandelingen die worden aangedragen, uit te proberen. Als je het niet aangaat of het de tijd geeft en ervaart wat een bepaalde therapie, individueel contact of juist in een groep, voor effect heeft op jou, ga je er niet achter komen wat er het beste ondersteunt. 

Voor mij was het een heel dubbele ervaring om in een klinische groep te verblijven. Het ligt er ook maar net aan in welke levensfase je zit, welk type mensen je om je heen hebt en in welk stadium zij zitten en het leven bekijken. Als ik dit moet vergelijken met de groepstherapieën die ik had, terwijl ik ambulant in behandeling was, kan ik bij dat laatste zeggen dat ik het contact met lotgenoten prettiger vond. In de kliniek heb je vaak ook te maken met het feit dat er lotgenoten zitten die er nog niet de motivatie voor hebben om te herstellen, die er gedwongen zitten en de nadelen van hun eetstoornis niet inzien. Daarentegen heb je in een specifiek groepsverband, zoals bij een kooktraining of een deeltijdbehandeling, een groep die individuen bevat de al een bepaalde realiteitszin hebben, erkennen dat er een probleem is, hier open over zijn en bepaalde doelen nastreven. Het stukje motivatie ligt daar hoger en is voor mij persoonlijk heel helpend geweest, alhoewel ik het zelf niet altijd voelde. Ik hielp en relativeerde veel voor de ander, maar mijn eigen angst was tot ongeveer zes jaar geleden nog te groot om er zelf een streep onder te zetten.

 

Wat groepstherapie dus voor uitwerking heeft, ligt helemaal bij de persoon en groep waarin je komt. Twijfel je? Wees niet bang, geef het een kans, tijd en ervaar of het voor jou helpend is of niet.

 

It's Ok 

To not be Fine

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.